Home  ➞  Iconology  ➞  Interpretations  ➞  Detail

Iconology of the Wayfarer Triptych – Detail

Location of Visual Attribute
Interior Panels of the Wayfarer Triptych
#110
Tree mast with owl from Ship of Fools

…but it is equally possible that this image reinforces the negative, nighttime associations of the owl itself with evil… On the multifarious symbolism of the owl, almost always negative [vandenbroeck, 1987, 75; Schwarz & Plagemann, 1937, 262-322; vandenbroeck, 1985, 19-135.] (p.647, note 20)

Silver, 2001
God in the Details: Bosch and Judgment(s)

Keywords
Category
Morality and immorality
Interpretation Type
InfoSensorium Facet
(Sum, 2022)
Layer of meaning
(van Straten, 1994)
Conception of Information
(Furner, 2004)
Level of knowledge
(Nanetti, 2018)
View of reality
(Popper, 1972, 1979; Gnoli, 2018)
Iconographical interpretation Relevance (Iconographical) Interpretations,Narratives Second world (Mind)
Reference Source(s)
Schwarz & Plagemann, 1937; Vandenbroeck, 1985; Vandenbroeck, 1987
Symbolic Text

Bubo Significans: Die Eule als Sinnbild von Schlechtigkeit und Torheit, vor allem in der niederlandischen und deutschen Bilddarstellung und bei Jheronimus Bosch I [Vandenbroeck, 1985, 19-135]

#200
Tree mast with owl from Ship of Fools

Het trekt de aandacht, dat de mast van het scheepje op het schilderij van Bosch uitloopt in een wijdvertakt en boom, die eraan vastgebonden is. Men mag aannemen, dat ook dit een symbolische beteekenis heeft en er mogelijk een reminiscentie van de oude lentefeesten in zien. Ik zou in verband hiermede de aandacht willen vestigen op een zestiende-eeuwsch liedeken uit het Antwerpsche Liedboek van 1544 [von Fallersleben, 1968, 333], waarin de „ghildekens alle”, van eiken stand, rang of geslacht, monniken, nonnen, bagijnen, cellebroeders, kooplieden, ambachtslieden, poorters, deurwaarders, oplichters, trompetters, fluiters, tamboers, slordige huisvrouwen, „ghesellekens van avontueren”, meisjes, mannen en vrouwen, zotten en zottinnen, ten slotte nog’ speciaal „papen ende clercken”, genoodigdworden „om te comen in den haselaer”. Kalff heeft met een beroep op Dodonaeus, die zegt, dat de hazelaar invloed zou hebben op het sluiten van huwelijken, dit lied willen verklaren als een aanprijzing van het huwelijk, of liever, daar hijzelf terstond inzag, dat de veronderstelling van een dergelijke braaf-maatschappelijke strekking hier misplaatst was, als een algemeene opwekking tot zingenot [Kalff, 1884, 352 ff]. Doch ik twijfel aan een algemeene strekking van dit lied. Regels als „den haselaer es op gherecht” en „tgaet te vastelavont waert” toonen, dat het hier een tijdelijke fuifgelegenheid betreft, een Carnavalsfeest. Ook Kalff blijkt elders overtuigd, dat wij hier met een Vastenavondsgilde te doen hebben [Kalff, 1884, 469 ff.]. (p. 150)

Enklaar, 1933
De Blaue Schult

#217
Tree mast with owl from Ship of Fools

Het trekt de aandacht, dat de mast van het scheepje op het schilderij van Bosch uitloopt in een wijdvertakt en boom, die eraan vastgebonden is. Men mag aannemen, dat ook dit een symbolische beteekenis heeft en er mogelijk een reminiscentie van de oude lentefeesten in zien. Ik zou in verband hiermede de aandacht willen vestigen op een zestiende-eeuwsch liedeken uit het Antwerpsche Liedboek van 1544 [von Fallersleben, 1968, 333], waarin de „ghildekens alle”, van eiken stand, rang of geslacht, monniken, nonnen, bagijnen, cellebroeders, kooplieden, ambachtslieden, poorters, deurwaarders, oplichters, trompetters, fluiters, tamboers, slordige huisvrouwen, „ghesellekens van avontueren”, meisjes, mannen en vrouwen, zotten en zottinnen, ten slotte nog’ speciaal „papen ende clercken”, genoodigdworden „om te comen in den haselaer”. Kalff heeft met een beroep op Dodonaeus, die zegt, dat de hazelaar invloed zou hebben op het sluiten van huwelijken, dit lied willen verklaren als een aanprijzing van het huwelijk, of liever, daar hijzelf terstond inzag, dat de veronderstelling van een dergelijke braaf-maatschappelijke strekking hier misplaatst was, als een algemeene opwekking tot zingenot [Kalff, 1884, 352 ff.; Sloet, 1890, 80 ff.; Kalff, 1923, 205, 231, note 1]. Doch ik twijfel aan een algemeene strekking van dit lied. Regels als „den haselaer es op gherecht” en „tgaet te vastelavont waert” toonen, dat het hier een tijdelijke fuifgelegenheid betreft, een Carnavalsfeest. Ook Kalff blijkt elders overtuigd, dat wij hier met een Vastenavondsgilde te doen hebben [Kalff, 1884, 469 ff.]. (p. 71)

Enklaar, 1937
Varende Luyden. Studiën over de middeleeuwsche groepen van onmaatschappelijken in de Nederlanden.

#437
Tree mast with owl from Ship of Fools

De aard van het door Brueghel [Bruegel, 1559 (The Fight between Carnival and Lent)] door het uithangbord getypeerdehuis blijkt ook duidelijk uit de gedragingen der personen,die men achter de ramen zien kan; een kroeg van dubbelzinnigkarakter. In verband hiermede zal men misschien in de groenekransen en bladerbossen, die eraan uitgehangen zijn, den hazelaarwillen herkennen, die bij het Carnaval als erotisch zinnebeeldgebruikt werd [Enklaar, 1937, 71]. Of zijn dat simpellijk de kransen, waarmeede waard zijn goeden wijn adverteert? Ook de voorman van denstoet, die uit de straat op den achtergrond recht op den beschouwertoekomt, draagt op een stok een tak, waarin men wellichteveneens den hazelaar mag zien. Op het bekende schilderijtjevan Jeroen Bosch in het Louvre te Parijs loopt de mast van de Blauwe Schuit uit in een wijdvertakten boom, die eraan vastgebondenis; ook zijn, door Hieronymus Cock uitgegeven, prentvan de drijvende mosselschelp vertoont een boom, die als mastdienst doet [Enklaar, 1937, 71, 74; van der Heyden, 1562]. Ik heb indertijd de veronderstelling geopperd, datook daarin een herinnering aan den hazelaar zou zitten. Sedertwerd mijn aandacht getrokken door een allegorische roodkrijtteekeningvan Leonardo da Vinei van 1516, die te Windsorbewaard wordt. Men ziet daarop een bootje, waarin een zwijn,of misschien een wolf, met een kompas zich richt naar een opde golven drijvenden wereldbol, waarop zich een adelaar verheft,boven wiens hoofd een kroon zweeft [von Seidlitz, 1935, 118; da Vinci, ca. 1591-1624]. Ook dat scheepje heefteen wijdvertakten boom als mast. Het is hoogst onwaarschijnlijk,dat Leonardo door Noord-Europeesche Carnavalsgebruikentot zijn teekening zou geinspireerd zijn. Uit te maken, of Bosch,die in 1516 overleed, die teekening nog kan gekend hebben, moetik aan kunsthistorici overlaten. In elk geval blijft de mogelijkheidbestaan, dat hij, ook indien zijn verbeelding op kennis vanLeonardo’s werk berust, dan nog aan het Carnavalsembleemvan den hazelaar gedacht heeft. (p. 115)

Enklaar, 1940
Uit Uilenspiegel’s kring

#91
Tree mast with owl from Ship of Fools

… Bosch’s representation of a boat with a tree belongs to the well-defined group of traditional lunar representations signifying the cosmic function of the moon, it cannot be classed with those works which are simply concerned with depicting popular celebrations connected with the spring new moon. It lacks the free decorative character which marks the illustrations by contemporary miniaturists in Netherlandish calendars, for, in contrast to these, the symbolism of boat and tree is here absolutely central to the composition. In this respect it finds analogies in two compositions of the second half of the 15th century. One of these is a wood-engraving made, in commemoration of the tragic death of Mary of Burgundy, the wife of Maximilian I, by the Master of the Year 1464, also called the Master of the Banderoles, who was working at the same time as Bosch [Willshire, 1883, 2, 153; Hollstein, 1949, 12, 43; Benesch, 1937, 261]. The other is a drawing with exactly the same iconography in the Erbauungsbuch of Wilhelm Werner Graf von Simmern [Willshire, 1883, 153; Fraenger, 1930, 103]. Both these works depict a moralizing metaphor of human life in the context of late medieval ideas about the transience of universal matter. The metaphor takes the form of a tree in a boat, with representatives of the state depicted amongst the foliage and two mice, symbolizing day and night, gnawing at its trunk. The boat is approaching a bank on which stands the figure of Death aiming with his bow at the people in the tree. Behind Death lies a dead man in an open grave. The source of this symbolic composition is a 7th-century legend about St. Barlaam and King Josaphat, which was originally written in Greek and then translated into Latin and enjoyed great popularity during the late medieval period [Didron, 1855, 415]. It is bound up with the secular iconography of the tree of life which symbolizes the human body in its physiological impermanence and the course of human life…[Schmitt, 1948, col. 74; Cirlot, 1962, 329; Kozàky, 1944, 109, 156, 160, 168] (pp. 58-59)

Boczkowska, 1971
The Lunar Symbolism of The Ship of Fools by Hieronymus Bosch