Home ➞ Iconology ➞ Interpretations ➞ Detail
Iconology of the Wayfarer Triptych – Detail
Zeer zeker traden in de 15de en 16de eeuw in de Nederlanden mannen en vrouwen naakt voor het pubhek op, ook met Vastenavond [Bax, 1949, 116], maar van naakte zwemmers bij het Carnavalsfeest schijnt nergens sprake te zijn. Men kan ook deze figuren, waarvan één een drinkschaal opheft — het was in de 16de eeuw niets ongewoons, dat men de wijn uit een schaal dronk — symbolisch verklaren. Op een schilderij met pretmakers duwen naakte mannen over het water een wijn- of bierton voort [Bosch, ca. 1495–1500]. Nu betekenen de 16de-eeuwse uitdrukkingen „gheerne int natte sijn [Meyling, 1946, 45:344] en „gaeren bijden watere sijn, evenals de 17de-eeuwse gezegden „wel te Waater willen, „wel onder Waater willen, „gaarn met sijn neus in het nat sijn [Stoett, 1932, 10:202, 107] een liefhebber zijn van de drank. Dat „zwemmen ook in onkuise zin voor kan komen, is reeds aangetoond [Bax, 1949, 102]. Bij de naaktheid der dranklustigen kan men denken aan „naakt en „bloot in de betekenis van berooid [Bax, 1949, 116]. (p. 193)
| InfoSensorium Facet(Sum, 2022) | |||
|---|---|---|---|
| – | |||
| Layer of meaning(van Straten, 1994) | Conception of Information(Furner, 2004) | Level of knowledge(Nanetti, 2018) | View of reality(Popper, 1972, 1979; Gnoli, 2018) |
| Iconological interpretation | Relevance (Iconological) | Interpretations,Narratives | Third world (Culture) |
“gheerne int natte sijn [Meyling, 1946, 45:344]
wel te Waater willen, wel onder Waater willen gaarn met sijn neus in het nat sijn [Stoett, 1932, 202, 207]”
- Bosch, J. (ca. 1495–1500). An Allegory of Intemperance [Oil on panel]. Yale University Art Gallery, New Haven, Connecticut. 1959.15.22


